vrijdag 29 november 2013

"L'Afrique nous frappe!"


Ondertussen zijn we weer een dikke week verder en durven we stilaan stellen dat we geacclimatiseerd zijn. Charlotte is enkele dagen goed ziek geweest, waarbij ik even schipperde tussen werken in het ziekenhuis en zorgen voor mijn maatje. Gelukkig raakte ze er relatief snel bovenop. De collega’s in het ziekenhuis waren bezorgd, echter met een licht spottende ondertoon wisten ze uit te brengen: “C’est l’Afrique! Le climat vous frappe, hein!” Alleen is nu al duidelijk dat niet alleen het Afrikaanse klimaat op ons een grote indruk maakt. Dit illustreren we dan ook graag met onze recente ervaringen in het ziekenhuis.

Gesponsord door het project “Hart voor Bumba”, kregen we de eer en het genoegen om een doptone te introduceren in het verloskwartier (apparaat om naar de foetale harttonen te luisteren). Hier wordt nog steeds geausculteerd met de welbekende hoorbuis van Pinard (en ja, we hebben het al aardig onder de knie!). De vroedvrouwen zijn in de wolken! Echter, er worden goede afspraken gemaakt rond de indicaties voor het gebruik ervan. We besluiten in samenspraak met Dr. Trésor om enkel de doptone te gebruiken in geval van twijfel bij foetale nood en zo de batterij van het apparaat te sparen.

Wanneer een vrouw in arbeid in het ziekenhuis aankomt, wordt ze verzocht om op de verlostafel plaats te nemen om de ontsluiting vast te stellen. Als de ontsluiting 4cm of meer bedraagt, kan ze de arbeid verderzetten in de ‘salle d’attente’. Meer dan dat is het ook niet: twee schamele bedden met een rieten mat erop. De opvolging van de arbeid is niet te vergelijken met die van bij ons. De ruggenprik of epidurale verdoving wordt hier (nog) niet toegepast, laat staan dat er andere pijnstillingsmethoden voorhanden zijn. De vrouw wordt meestal bijgestaan door haar (schoon)moeder. De man blijft thuis of toch op een veilige afstand tot het kind geboren wordt. De bevalling zelf vindt plaats in de ‘salle d’accouchement’, waar twee verlostafels van elkaar gescheiden worden door een gordijn. Vrouwen blijven in de kraamkliniek tot de navelstrengstomp opgedroogd en afgevallen is (wat ongeveer vijf dagen is). Vele vrouwen blijven echter langer, omdat ze nog niet genoeg geld verzameld hebben om de bevalling en hospitalisatie te betalen (samen een 15 euro). Anders dan in België wordt hier niet per ligdag gerekend, maar wordt een forfaitaire som betaald. De vrouwen kunnen kiezen tussen een privé-kamer of een gedeelde kamer (met zes bedden). Na de bevalling krijgen de vrouwen hun moederkoek mee naar huis in een emmertje. Tot voor kort werden de placenta's verzameld op de afvalhoop van het ziekenhuis, maar dat trok enerzijds heel wat ongedierte aan en bovendien was de stank niet te harden in deze broeierige hitte.

Indien een probleem wordt vastgesteld tijdens de arbeid, wordt soms overgegaan tot een “spoed”keizersnede. Aan de vrouw wordt wel eerst nog de tijd gegeven om zich te wassen en om dan op het gemak naar het operatiekwartier te wandelen. Dit staat in schril contrast met onze westerse normen, waarbij meestal geen tijd te verliezen is. C’est l’Afrique. Keizersnedes gebeuren hier niet onder gewone narcose, maar onder hallucinogenen (Ketamine). Woensdag assisteerden we dergelijke keizersnede, waarbij de vrouw in kwestie driemaal al schreeuwend wakker werd tijdens de operatie. We waren duidelijk niet op ons gemak, maar de arts verzekerde ons dat ze zich hiervan niets zou herinneren. Ludieke noot: net voor het knife-to-skin (aanvang van de keizersnede) laat iedereen in het operatiekwartier alles vallen om nog een schietgebedje te doen. Charlotte en ik stonden erbij en keken ernaar…

Vrouwen blijven gemiddeld zeven tot tien dagen in het ziekenhuis na deze ingreep. Dagelijks worden de wonden verzorgd. Er is zelfs een aparte kamer aangesteld voor ‘les plaies infectés’. Zo zagen we tijdens de wondzorg een vrouw die in een ander ziekenhuis reeds twee maanden geleden een keizersnede had ondergaan. Het kind heeft het niet overleefd. Op de koop toe had de vrouw geen geld om ginds de wondzorg te betalen. Gevolg? Waar normaal nu een mooi genezen litteken moest zijn, zagen we een gapende stinkende wonde waarbij de buikinhoud zichtbaar was. Alle hechtingen waren losgelaten en de huid rond de wonde was aan het afsterven. Tijdens de verzorging bestond de hoofdtaak van de assisterende verpleegkundige eruit om alle vliegen van de wonde weg te houden. Need I say more? Het is schrijnend om te zien hoe hun gebrek aan middelen hen weerhoudt om medische zorg in te roepen, waardoor de kosten ironisch genoeg oplopen door een verslechtering van de gezondheidstoestand. Frustrerend.

Wegens de aanhoudende kalmte in de verloskamer, besloten we om vanaf zondag een hele week nachtshiften te draaien. Hier heet dit ‘la guarde de nuit’. Concreet houdt dit in dat je de wacht houdt op materniteit en verloskwartier van 17u30 ’s avonds tot 7u30 ’s morgens. Als er een parturiënte aankomt in het ziekenhuis, komt de sentinel (nachtwaker) ons wekken. We delen een eenpersoonsbed: comfortabel is anders! Maar we hebben toch ten minste een muskiettennet. We slapen in een piepklein kamertje, soms met zes personen. Ook de stagiairs delen een matras (soms zelfs met drie). Af en toe krijgen we ook bezoek van een rat, de vensters van het ziekenhuis bestaan namelijk niet overal uit glas.  ’s Nachts werkt de verlichting op zonne-energie, maar een eigen koplamp is geen overbodige luxe. Zo zien we wat er aan elkaar gehecht moet worden na een bevalling of welke medicatie we effectief toedienen. De lampen hebben ook succes bij de collega’s van de nachtshift, ze zijn er als de kippen bij om er zelf mee aan de slag te gaan.

Zowel Charlotte als ikzelf deden ‘s nachts reeds enkele mooie bevallingen. Telkens werden gezonde kroezelkopjes geboren! Er kwam echter een bitter staartje aan één van de bevallingen. Toen de vader terug huiswaarts keerde, bleek dat hun hele huis leeggeroofd was. De dieven stonden waarschijnlijk op wacht tot de vrouw naar het ziekenhuis vertrok om vervolgens toe te slaan. We waren door verstomming geslagen. Enkele dagen later bleek echter dat dit een mooi staaltje acteerwerk was om te kunnen ontsnappen aan de kosten van de bevalling en het ziekenhuisverblijf…. Qua inventiviteit kan dit wel tellen.

De nachtshift van woensdag op donderdag was geen lachertje. Een vrouw met pre-eclampsie (zwangerschapsvergiftiging) kwam binnen met ernstige klachten. Haar bloeddruk was niet te stuiten. Toch ging ze spontaan in arbeid, waarbij een uur later het kind doodgeboren werd. Ten gevolge van de ziekte, had zich een placentaloslating voorgedaan en de baby is gestikt. De vrouw verloor heel wat bloed op de verlostafel. Op de koop toe begon ze enkele minuten later te stuipen. We zijn de hele nacht in de weer geweest om de toestand te stabiliseren. Gelukkig kwam haar man in aanmerking als bloeddonor en konden we diezelfde nacht nog een transfusie uitvoeren. Haar leven hing aan een zijden draadje. We kwamen te weten dat de vrouw reeds een week geleden gediagnosticeerd werd met de ziekte, maar de medicatie en de hospitalisatie niet kon betalen en terug naar huis is vertrokken…

Los van het werk op de materniteit, zijn we ook volop in de weer met het motiveren van al het ziekenhuispersoneel om het ziekenhuis proper te houden. Het is niet ongewoon om hier gebruikte naalden en ampullen op de grond te gooien. Vervolgens komen kleine kinderen op bezoek, die spelen in het gras… We moeten er geen tekening bij maken. Het is ronduit gevaarlijk. Er zijn nochtans genoeg naaldcontainers in het ziekenhuis aanwezig. Alleen moeten ze ook daadwerkelijk in gebruik worden genomen. Ik heb soms de indruk dat de verantwoordelijkheidszin en de betrokkenheid naar patienten toe bij het verpleegkundig personeel in belangrijke mate ontbreekt. Laat dit nu net belangrijke competenties zijn voor gezondheidswerkers....

Bovendien heerst hier ook het probleem van systematisch hergebruik van naalden en spuiten. Dit willen we tegengaan. Echter, al het gebruikte materiaal komt op de rekening van de patiënt. Dit heeft als gevolg dat hoe sterieler wij willen werken (propere handschoenen, verse naalden of infuuszakken) hoe duurder dat komt te staan voor de patiënt. Niet logisch dus.

In de nabije toekomst staat een bezoek aan het andere ziekenhuis in Bumba (l‘hopitâl général) op de planning. Naar het schijnt zijn de omstandigheden daar nog veel slechter.  We zijn benieuwd... We zijn ook bezig met de voorbereidingen om enkele lessen te geven over de vrouwelijke cyclus aan de meisjes van het eerste en tweede middelbaar. De lessen over de menselijke voortplanting worden hier slechts gegeven in het vijfde middelbaar. Een beetje vijgen na Pasen want in het ziekenhuis zien we hier vaak jongere meisjes bevallen (13-14 jaar). De bedoeling is om hiermee meer inzicht te creëren in de werking van hun eigen lichaam en de vruchtbare periode tijdens hun cyclus.

Na onze nachtshiften zullen we ons ook bezighouden met de inrichting van het nieuwe operatiekwartier. De airconditioning is geïnstalleerd (hoera!) en de muren zijn geverfd. In december krijgen we bovendien versterking. Een Belgische anesthesiste komt ons gedurende twee weken vervoegen en zal zich vooral bezighouden met de opleiding van het OK-personeel.

We merken dat de Bumba-inwoners ook stilaan gewend zijn aan onze aanwezigheid. Naast de vele huwelijksaanzoeken van Congolese jongemannen, krijgen we ook geregeld bezoek van enkele vrouwelijke leerkrachten in het college die ons meenemen om de buurt wat te leren kennen. We hebben ook de scholen die verbonden zijn aan de parochie een bezoekje gebracht. L’école maternelle biedt elke voormiddag opvang en onderwijs aan een vijfhonderdtal kleuters. Het was een fraai zicht: alle meisjes in een roze jurkje, de jongens in een babyblauw kostuumpje. We hadden opnieuw veel bekijks! Morgen zijn we uitgenodigd op een feest in het college van Notre Dâme, om de afgestudeerde studenten van het vorige schooljaar te feliciteren. Merkwaardig genoeg bevinden de meeste van deze studenten zich ondertussen in Kinshasa of een andere universiteitsstad en zal er dus vooral door de leerkrachten feestgevierd worden.... We merken toch dat het deugd doet om af en toe eens wat uren buiten de ziekenhuismuren door te brengen. Het is meteen een andere realiteit.

Wie het reilen en zeilen op de parochie in het algemeen eens wil volgen, kan ook altijd terecht op de website www.bumbanotredame.blogspot.com (hier soms wel foto’s terug te vinden). In de wandelgangen hebben we opgevangen dat er binnenkort ook een artikeltje over ons zal verschijnen. Spannend!

Liefs

Sien en Charlotte

 

zondag 17 november 2013


Bonjour à tous, Mbote!
Een eerste korte update uit het broeierige Bumba! In de schaduw geeft de thermometer op dit moment 35 graden aan. Van een contrast gesproken!
Vorige zondag zijn we eindelijk op onze bestemming geraakt. Dinsdag kwamen we ’s nachts aan in Kinshasa, waar we verbleven in afwachting van de binnenvlucht naar Bumba. Die was voorzien op woensdag, maar werd verplaatst naar zaterdag. Vervolgens werd de vlucht van zaterdag geannuleerd omdat er te weinig passagiers waren. Dus vlogen we uiteindelijk zondag in alle vroegte én met een rechtstreekse binnenvlucht (wat een luxe, 2.5u ipv 9u) naar hartje Congo, 1000km ten noorden van Kinshasa, middenin de “brousse”. Bumba, een stad gelegen aan de Congostroom, telt ongeveer 200.000 inwoners en bestaat uit vier parochies. Wij verblijven in de parochie Notre Dâme, waar pater Carlos Rommel (uit Roeselare) reeds tientallen jaren actief is. Onder zijn verantwoordelijkheid werden enkele scholen opgericht (l’école maternelle, l’école primaire, la collège en sinds kort l’école d’infirmières) en l’hopitâl Notre Dame. De laatstgenoemde wordt gedurende acht weken ons werkterrein.
We overnachten in één van de gastkamers van Carlos, gelegen op een steenworp van het ziekenhuis. Na een gammele binnenvlucht worden we door hem verwelkomd met een frisse Congolese pint. Uiteraard worden we ook getrakteerd op  talrijke nieuwsgierige blikken en nerveus gegiechel van omstaanders. Nog diezelfde dag zijn we uitgenodigd voor een feest ter ere van St. Rafaël in een wijk hier niet zo heel ver vandaan. We krijgen van Carlos een lift met zijn moto. Naast de “Toleka” (fietstaxi) is de moto hier het voornaamste transportmiddel. Uiteraard worden de meeste kilometers hier wel te voet afgelegd…
We werden er hartelijk onthaald en mochten onmiddellijk genieten van de Congolese gastvrijheid. Muziek, dansen, eten, … Als eregasten op het feest kregen we als lekkernij ingewanden voorgeschoteld (lever, tong, darmen, …), maar ook geplette maniokbladeren, slakken uit de jungle, geplette bananen en kip. Wat voelden we ons vereerd! Bij de eerste schemering keren we huiswaarts. Hier gaat de zon al onder om 17u30, maar de dag begint ook al om 5u30.
Op dat tijdstip werden we maandag dan ook (letterlijk!) uit ons bed gezongen. Elke dag wordt in Bumba namelijk ingezet met een misviering. Ochtendstond heeft goud in de mond: om 7u30 staan we helemaal klaar om aan de eerste werkdag te beginnen. De dag in het hospitaal begint met een ‘transmission’, waarop al het ziekenhuispersoneel aanwezig is (de poetsvrouw, loketbediende, verpleegkundigen, vroedvrouwen, dokter, stagiairs, de zusters,…). In het ziekenhuis is maar één arts tewerkgesteld: Dr. Trésor. Hij heeft z’n naam echter niet gestolen. Als jonge arts is hij hoofd van het medisch personeel, en hij doet het heel goed.
Het ziekenhuis bestaat uit zeven paviljoenen, waaronder een operatiekwartier (momenteel onderhevig aan renovaties), verpleegafdelingen, een labo, een apotheek, consultatieruimtes en een materniteit. Ons verhaal zal zich voornamelijk hier afspelen.
Vanaf de eerste dag zetten we grote ogen op. De gelijkenissen met een westers ziekenhuis zijn ver te zoeken. Elke verpleegafdeling heeft zijn eigen binnenplaats, die gebruikt wordt om te koken en te eten. Voor alle duidelijkheid: het is de familie die instaat voor het onderhoud van de patiënt. Dit betekent: wassen, kledij, voedsel, enz… Dit impliceert dat er in het ziekenhuis wel altijd heel wat bedrijvigheid heerst: het lijkt een klein dorpje op zich. Moto’s en fietsen staan er geparkeerd, vrouwen verkopen er voedsel, iedereen loopt er binnen en buiten.
We walsen even door de dagelijkse gang van zaken. Maandag en donderdag doet de arts met zijn entourage een zaalronde: bekijken en bijstellen van de behandelingen voor de zieken. Elke dinsdag en vrijdag vinden de geplande operaties plaats. Dat betekent dat er ook enkel op die dagen stroom is (en er ook enkel op die dagen instrumenten gesteriliseerd kunnen worden). Op materniteit worden er op dinsdag en vrijdag prenatale consultaties georganiseerd, op donderdag labo’s, en sporadisch op woensdag de postnatale consultaties (met vaccinaties). Zo werden woensdag maar liefst 156 baby’s gewogen en gevaccineerd. De mama’s maken er een echte wedstrijd van. Ze kleden zichzelf én hun kind op om naar het ziekenhuis af te zakken. Tot onze grote verbazing zijn er zelfs fotografen aanwezig die tegen betaling een portret maken van moeder en kind. En toegegeven, het was een kleurenpracht van jewelste!
Ook op de prenatale consultaties komt veel volk af. De vroedvrouwen pakken het ook slim aan. Wie om de vier weken op consultatie komt, betaalt minder voor de bevalling. Een bevalling zonder voorafgaande prenatale consultatie kost 6500 CF (6,5euro) tegenover 5000CF (5euro) met prenatale consultaties. Voor ons slechts anderhalve euro verschil, voor hen soms een wereld van verschil. De patiënten betalen naast de bevalling ook de handschoenen die werden gebruikt, het maandverband, het partogram, de medicatie, etc. Ook wordt van de familie verwacht dat zij na de bevalling de verloskamer schoonmaken en het gebruikte materiaal afwassen.
Het valt ons onmiddellijk op hoe groot het gebrek is aan (medisch) materiaal in het ziekenhuis. Wat voor ons als westerse vroedvrouwen een evidentie lijkt, vinden we hier niet terug. Er is bijvoorbeeld geen stromend water. Voor de reanimatie van de pasgeborene moeten we ons beroepen op een neuspeertje (aan te kopen door de mama in kwestie – geen neuspeertje is pech), wat genoeg is om de bovenste luchtwegen vrij te maken. Een baby die in slechte conditie geboren wordt, heeft dus weinig overlevingskansen.
Deze week kwam een vrouw toe die plots thuis bevallen was. Het kind werd echter veel te vroeg geboren (6 maanden zwangerschap). Na tientallen kilometers kwam ze bij ons aan in het ziekenhuis. Helaas zijn hier geen couveuses of beademingsmogelijkheden om deze prematuur op te vangen. Kangoeroeën (huid-op-huid-contact met de moeder) is dan wel het beste alternatief, maar het jongetje is toch diezelfde nacht nog overleden…
Vele vrouwen in Bumba doen nog beroep op een traditionele vroedvrouw (zonder medische scholing). Ze wekken weeën op door lavementen op basis van allerlei kruiden. Vaak brengt men hierdoor de foetus in gevaar en wordt er in allerijl nog een spoedkeizersnede uitgevoerd in het ziekenhuis, met catastrofale gevolgen van dien. Deze week stierf ook een pasgeborene door toedoen van deze praktijken.
Gelukkig hebben we ook al mooie bevallingen gezien. Het is momenteel uitzonderlijk kalm op het verloskwartier. Waar normaal gezien 150 baby’s per maand het levenslicht zien, zijn het er voorlopig nog maar 38 voor de maand november. Een historisch dieptepunt. Misschien brengt de volle maan hier snel verandering in? Het gaf ons wel de kans om ons vertrouwd te maken met de gang van zaken in het ziekenhuis, iedereen te leren kennen en ook mee te volgen in het operatiekwartier (twee keizersnedes) en het labo. We volgden ook een les mee in de pas opgestarte verpleegsterschool. Alle lessen worden in het Frans gegeven, hoewel de gesproken taal in Bumba het Lingala is. Vele patiënten in het ziekenhuis spreken echter geen Frans, waardoor het voor ons iets moeilijker ligt om contact met hen te maken en we aangewezen zijn op het lokale ziekenhuispersoneel. We doen ons uiterste best om ons de meest courante woorden in het Lingala meester te maken!
We maken het hier dus goed: na onze uren in het ziekenhuis is er nog tijd voor ontspanning. Elke maandag gaan we ‘s avonds bij de zusters eten. Onze ervaringen (of frustraties) kunnen we ’s avonds delen met Carlos. Er wordt ook heel wat gelezen en geschreven. We werden ook al uitgenodigd bij een familie Grieken die hier gevestigd zijn en een grote rijstfabriek bezitten. Een bezoekje aan de Congostroom, etc.
Vandaag waagden we ons aan de Congolese danspasjes tot grote hilariteit van de omstaanders. Het leverde enkele mooie foto’s op. Helaas is het internet hier te traag om jullie te laten meegenieten.  Geduld is een mooie deugd  - en dat hebben we hier al meermaals aan den lijve ondervonden.
A bientôt!
Sien en Charlotte